Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [41]Zijt niemand iets schuldig, [42]dan elkander lief te hebben; want die [43]den ander liefheeft, die heeft [44]de wet [45]vervuld. 41. Dat is, betaalt een iegelijk hetgeen waartoe gij aan hem verplicht zijt, hetzij geld, diensten of iets anders. Hetwelk als men niet doet, zo blijft de verplichting en schuld. 42. Want die verplichting kan nimmermeer afgedaan of betaald worden, maar blijft altijd een verse schuld die geduriglijk moet betaald worden. 43. Dat is, zijnen naaste. 44. Dat is, de geboden van de tweede tafel der wet, gelijk in vs.9 verklaard wordt. 45. Dat is, gedaan en onderhouden hetgeen niet alleen in een of twee geboden, maar in al de geboden tezamen geeist wordt, ten aanzien van al de delen zelve; hoewel niemand ten aanzien van de trappen der volmaaktheid in dit leven hetzelve kan volbrengen, alzo onze liefde hier nog onvolmaakt is; 1 Kon.8:46; Ps.19:13; Spreuk.20:9; Jak.3:2; 1 Joh.1:8.